Vrouw en Oorlog

Annemie NEYTS, Minister van Staat en Europees Parlementslid, is één van de meters van de Vlaamse vredesweek die plaats heeft van 24 september tot 3 oktober 2004. Dit jaar staat de vredesweek in het teken van “Vrouwen als kracht van Vrede”. Annemie NEYTS roept de Belgische overheden op om meer aandacht te besteden aan het lot van de vrouw in gewapende conflicten.

 

De aard van oorlog voeren is grondig veranderd. Een oorlog voer je niet meer te paard afstormend van een heuvel. Om de (burger)slachtoffers van een oorlog bij te staan en burgers te beschermen kwam de Conventie van Geneve tot stand. Burgers werden alsmaar meer slachtoffer van oorlogvoering. Waar er “maar” vijf procent slachtoffers waren onder de burgers in 1900, klom dat aantal op tot vijfenzestig procent op het einde van Wereldoorlog Twee. In de oorlogen en conflicten van de jaren 90 was dat meer dan 75 procent!

Oorlogvoeren is allesbehalve een mannenzaak als het op de slachtoffers aankomt. Zeker als we weten dat burgers meer en meer militaire doelwitten worden, dan juist maar “collateral damage”. De meest geviseerde groep in deze zijn de vrouwen. Vroeger ondergingen ze de oorlog; ze verloren hun mannen, vaders, broers of kinderen. Ze werden vaak de facto gezinshoofd. Nu komt er nog bovenop dat ze “uitgeroepen” zijn tot militair doelwit. De oorlog beperkt zich niet meer tot familiale en psychologische schade, ze ondergaan de oorlogen en conflicten nu ook veel meer lichamelijk (besmetting met HIV/AIDS, verkrachting, seksuele intimidatie, gedwongen prostitutie, verminkingen).

Na het ondergaan van dat gewapend conflict staan die vrouwelijke slachtoffers voor de moeilijke taak van het hervatten van een “normaal gezinsleven” en het terug op de been brengen van een lokale, kleinschalige economie. Een gezin waar de vrouw veelal zonder partner verder moet en eventueel met kinderen die vermist zijn of kindsoldaat waren. De ironie van de situatie is dat de beslissing tot het overgaan tot oorlog vaak een mannenzaak is, evenals het beëindigen ervan. Vrouwen dienen mee aan de onderhandelingstafel te komen tijdens vredesbesprekingen. De voor hun belangrijke items worden immers vaak over het hoofd gezien.

Vrouwen en mannen ervaren zulke conflictsituaties zeer verschillend. Vrouwen hebben vaak niet dezelfde middelen, politieke rechten of vertegenwoordigers, controle over hun omgeving, mobiliteit, mogelijkheden om zichzelf en hun gezin te beschermen. De Verenigde Naties heeft gepoogd hierop een antwoord te geven door het goedkeuren van resolutie 1325 op 31 oktober 2000. Deze resolutie combineert de bescherming van vrouwen in gewapende conflicten met het versterken van hun rol in vrede en veiligheid.

Vlaanderen, Brussel, België en Europa moeten deze strijd aangaan in hun buitenlands beleid, in de internationale handel en ontwikkelingshulp. Extra middelen moeten uitgetrokken voor vrouwen in gewapende conflicten en tijdens het heropbouwen van de vrede.

Elk individu heeft basisrechten.

Annemie NEYTS

Meter van de Vlaamse Vredesweek

Minister van Staat – Europees Parlementslid