Over Beysen, de partij, de verruiming, etc

Moesten we Beysen dan soms de partij cadeau doen?

Niet alle traditionele liberalen zien de verruiming van de VLD met lede ogen aan. Dat zegt federaal minister Annemie Neyts, zelf een van de ‘donkerblauwen’.

 

Knack 29/01/03 uittreksels

We ontmoeten Annemie Neyts, officieel minister toegevoegd aan de minister voor Buitenlandse Zaken, belast met landbouw, daags na de verkiezingen in Nederland. Voor het fenomeen Wouter Bos staat ze in bewondering: ‘Een droom-kandidaat, sympathiek, oogt goed; wauw’. Dat Louis Tobback, vroeger, bekend om zijn boutade dat paars per definitie bont en blauw eindigt, recnt de liefde verklaarde aan de paars-groene regering bij ons, is dan weer “een belangrijke aanwinst, welcome on board’. Maar we moeten het op de eerste plaats hebben over de dissidentie in haar eigen partij, met name over europarlementslid Ward Beysen, die op 18mei met zijn Liberaa1 Appel apart naar de kiezer trekt.

U hebt tijdens uw lange politieke carrière ook wel eens met scheurlijsten te maken gekregen. Wat is uw ervaring op dat vlak?
ANNEMIE NEYTS: Vooraf: ik was er als piepjonge militant al bij in .1972, op het stichtingscongres .van de PVV.. Zonder da t ik dat ooit met zoveel woorden heb gezegd, behoor ik dus duidelijk tot het kamp van de donkerblauwe ‘stamboomliberalen’. Maar ik vind ook dat om op de toekomst van Vlaanderen te kunnen wegen de partij moet groeien, en dat dit alleen kan door de partij open te stellen voor andere, ‘niet.stamboomlibera1en’. Maar Wat ik in de loop der jaren geleerd heb, eerst, in de tweede helft van de jaren.’80, als partijvoorzitter en later ook als lid van de statutaire commissie, is dat scheurlijsten de partij weliswaar schade toebrengen – elke stem voor de scheurlijst is een stem minder voor de moederpartij – maar zelf nooit ofte nimmer ergens toe leiden.

Op welke inhoudelijke grond beroepen aanvoerders van scheurlijsten zich meestal?
NEYTS: De klassieke benadering is: ik heb mijn partij niet verlaten, mijn partij heeft mij verlaten.. Vaak gaat het echter om mensen die moeilijk met anderen kunnen samenwerken. Máar ook in een liberale partij, moet je, net als elders, een evenwicht tot stand brengen tussen wat jij voor de partij kan doen en wat de partij voor jou kan doen.
Mensen beginnen doorgaans met een scheurlijst als ze vinden dat hun partij niet meer genoeg voor hen doet. Dat is nu bij Beysen het geval, en bij Leo Goovaerts (de gewezen penningmeester van de VLD, die op 18 met een eigen senaatslijst uitpakt), tsja, bij hem primeerde in feite altijd de vraag wat de partij voor hem kon doen.

Vaak geven peroonlijke ambities, veeleer dan inhoudelijke wrevel, de doorslag?
NEYTS: Gisterenavond hield ik voor de VLD Ganshoren, een zeer vertrouwd publiek, één van mijn nieuwjaarstoespraken. Ik herinnerde hen aan het revolutionaire stichtingscongres van de PVV, dat over ethische thema’s handelde: de verwijdering van abortus uit het strafwetboek, het beëindigen van de discriminatie van homoseksuelen, en ik geloof ook al euthanasie. Welnu, de strijd voor het in praktijk brengen van die resoluties heeft dertig jaar geduurd, wat betreft de afschaffing van de discriminatie van homoseksuelen is hij nog niet helemaal gestreden. Dan is het toch niet ernstig als Beysen klaagt dat hij op het Novembercongres amendementen had ingediend, ‘maar de partij er niets mee gedaan heeft’. Op een congres dat amper acht weken geleden plaatsvond! Hier zijn dus andere motieven in het spel, er kan dan ook geen misverstand bestaan over wie wie verlaten heeft: Ward heeft ons de rug toegekeerd.
Kunt u als stamboomliberaal geen begrip opbrengen voor de ontevredenheid in uw partij over een verruiming die, niet alleen door Ward Beysen, als een profielvervaging werd ervaren?
NEYTS: Ik dacht dat we allemaal vonden dat we moesten groeien. Nu kun je groeien via natuurlijke aangroei: liberalen die veel kindjes maken, die dan hopelijk voor liberalen zullen stemmen. Of je kunt groeien door nieuwe mensen aan te trekken. Dat hebben we gedaan en ik heb daar geen enkele moeite mee. Als voorzitter van de Liberale Internationale ben ik ze zo ook in geslaagd het politieke gewicht van die organisatie te doen toenemen. Onder mijn impuls moeten politieke partijen nu nog slechts aan drie criteria voldoen om toe te treden: ze moeten zelf vragen om te mogen toetreden, ze moeten onze twee basismanifesten goedkeuren, en ze moeten hun bijdrage betalen. Zodra die voorwaarden vervuld zijn, zijn ze welkom. Aanvankelijk heerste er bij de Liberale Internationale de mentaliteit: wie van ons is hier het meest liberaal? Maar op het eind houd je niemand over. Hetzelfde geldt voor de partij. Ik ben liberaal uit overtuiging, maar als we politiek iets willen betekenen, moeten we groter worden, en daarvoor, in het Engels, you have to do what it takes.
(….)

Maar pas sinds de afscheuring van Beysen lijkt de VLD er rekening mee te houden dat ze de verkiezingen ook kan verliezen.
NEYTS: In die zin is het misschien een zegen bij een vloek, dat diegenen bij ons die dachten dat het ál in de sacoche was, nu hebben ingezien dat dit niet zo is. Soms lijkt men te vergeten dat stemmen één per één behaald moeten worden, en dat verkiezingen niet over het verleden maar over de toekomst gaan. Deze regering heeft belangrijke verwezenlijkingen op haar conto, maar de VLD zal een wervend project moeten aanbieden om de mensen te overtuigen ook de komende vier jaar op ons te stemmen. Volgens de media stond het voor de liberalen al vast dat ze met deze meerderheid zouden doorgaan. Alleen die kleine formaliteit nog; (lacht) Als er één partij is die weet dat verkiezingen geen formaliteit zijn en dat je zeer op je hoede moet zijn met opiniepeilingen, dan is het de VLD wel.
Heeft de partijtop voldoende gedaan om Ward Beysen bij de club te houden ?
NEYTS: Redelijkerwijs is al het mogelijke gedaan om hem erbij te houden. Maar Beysen had mentaal al afstand genomen.
De voorzitter. is nooit mild geweest in zijn oordeel over Beysen.
NEVTS: Karel is zoals hij is, nogal vierkant, en ook Beysen weet dat. Maar we hebben Karel verkozen – ik in ieder geval, ik weet niet wat Ward heeft gedaan – en ik was heel blij dat hij bereid was de partij voor te zitten. Het is natuurlijk de taak van de voorzitter om de zaak bij elkaar te houden, Maar hij moet ook eerlijk zijn. .Karel zegt wat hij denkt. Trouwens, er bestaat ook een gevaar van discrepantie, als de voorzitter teen paar handschoenen aantrekt voor wie zich lastig opstelt, en de anderen strak. in het gareel houdt. Karel is niet geneigd tot zulke discrepanties. Maar dat hij tot het allerlaatste moment, rechtstreeks en via-via,. met Ward is blijven praten, dat weet ik, Wat kon hij nog meer doen? Beysen de partij cadeau doen misschien?

Waarom klinkt er dan toch redelijk wat kritiek op de handelwijze van de voorzitter?
NEYTS: Het is altijd hetzelfde. Als het goed gaat, is dat de verdienste van iedereen behalve de voorzitter. Als het misloopt, is er maar één persoon die verantwoordelijk is. Ik kan ervan meespreken. Dat is nu eenmaal het fatum van een partijvoorzitter. Frans Grootjans heeft het ooit gezegd: het is eenzaam aan de top van de partij.

Samengevat: er valt Karel De Gucht niets te verwijten?
NEYTS: Nee. Soms denk ik ook, dit zou ik anders geformuleerd hebben. Maar wij hebben Karel verkozen om de zaken namens ons te formuleren. De kritiek is soms te gemakkelijk. Toen we in de regering stapten, hadden we een partijvoorzitter nodig. De meesten van ons waren toen wat blij dat Karel het wilde doen, te meer daar hij op dat moment goede redenen had om zelf een ministerportefeuille te ambiëren. Bon, dat men hem dan nadien niet verwijt dat hij zijn verantwoordelijkheid neemt.
(…)

HAN RENARD